De artistieke nalatenschap van kunstschilder, aquarellist, tekenaar, glazenier en etser Sjef van der Voort (1914-1990) liet bij diens oudste zoon bijna dertig jaar later een hele reeks vragen opkomen. Marcel van der Voort ondernam een intensieve zoektocht naar de antwoorden. Hierbij bleek artistiek materiaal niet minder belangrijk te zijn dan menselijke bronnen.

Deze speurtocht leverde twee onverwachte bijwerkingen op: de antwoorden op de gerezen vragen maakten een mijmering mogelijk die onlangs als boek is verschenen: Sjef van der Voort. De queeste naar de vader achter de kunstenaar. Bovendien bleken vragen, gesteld aan het archief van Saint-Gaudens, een plaats aan de voet van de Franse Pyreneeën, bij de conservator van het Musée de Saint-Gaudens het verlangen opkomen om een expositie te wijden aan het werk dat Sjef van der Voort tijdens de eerste oorlogsmaanden daar heeft gemaakt. Sjef van der Voort heeft namelijk kort na de inval van de Duitsers in Nederland, in mei 1940, met enkele Deurnese vrienden en zijn jongste broer, een vluchtpoging naar Engeland ondernomen, maar is in Saint-Gaudens blijven steken. Hij heeft er eindeloos getekend en geaquarelleerd, en heeft er, paradoxaal genoeg, een gelukkige tijd beleefd, totdat de groep Deurnenaren, in augustus 1940 door het Rode Kruis werd gerepatrieerd. Deze expositie wordt op 4 april geopend en is tot 23 november dit jaar te bezoeken.

Marcel van der Voort geeft op 24 april in de bibliotheek in Asten een lezing waarin hij zal ingaan op de totstandkoming van zijn boek en de bijzondere expositie in Saint-Gaudens.