| Locatie | Bibliotheek Helmond |
| Categorie | Evenement |
| Download | Toevoegen aan agenda |
Dinsdag 7 oktober kun je terecht bij de Mensenbieb. Tijdens de Mensenbieb lees je geen boeken, maar mensen. Interessante mensen die je in het dagelijks leven niet snel spreekt. Klopt wat we denken over mensen op basis van de buitenkant wel met de werkelijkheid? Ga in gesprek met mensen met een verhaal.
De Mensenbieb brengt mensen letterlijk met elkaar in gesprek en draagt daardoor bij aan verbinding en meer wederzijds begrip in onze samenleving. De Mensenbieb is een organisatie zonder winstoogmerk, met als doel een samenleving waarin ieder mens tot zijn recht komt. In de Mensenbieb ontmoet je iemand die je anders niet snel persoonlijk zou spreken. Zoals je in een gewone bibliotheek een boek leent, zo ‘leen’ je in de Mensenbieb een ander mens.
Levende boeken zitten klaar om hun levensverhaal te vertellen. In een open gesprek met de bezoekers, waarin met respect voor elkaar alles gevraagd en besproken kan worden. Elk gesprek duurt maximaal 30 minuten, na 20 minuten zullen we we aangeven dat dat je het gesprek moet gaan afronden. In totaal zijn er verschillende levende boeken (de meesten afkomstig uit de regio).
Waarom de Mensenbieb
Het doel van de Mensenbieb is het samenbrengen van mensen en wegnemen van vooroordelen en taboes door met elkaar in gesprek te gaan.
Bekijk de catalogus van de conferentie
Armoede en sociale uitsluiting
Na meerdere jaren in de WW te hebben gezeten tijdens de economische crisis van 2006 volgt de bijstand. Dit resulteert in een sombere periode, met meerdere hulpvragen richting hulpverleners. Maandelijks was er te weinig geld om boodschappen te doen, laat staan andere leuke dingen. Ze begint met vrijwilligerswerk. Denk aan formulieren invullen en voorlichting geven.
Uiteindelijk blijft ze 10 jaar in de bijstand, zelfs naast een parttimebaan. Dat is frustrerend voor haar. Ze wil zelf geld verdienen. En zonder aanvulling van de bijstand.
Inmiddels is ze 100% zelfstandig budgetcoach/ervaringsdeskundige. De angst om weer terug te vallen in de bijstand blijft bestaan.
"Doordat ik weet hoe het is om lang in een bijstandssituatie te zijn, is de angst voor die 'terugval' erg groot"
Laaggeletterd
Als kind liep ze motorisch wat achter en op school kon ze niet goed meekomen. Maar niemand keek in die tijd naar haar thuissituatie: een taalarm gezin, waar niet werd voorgelezen omdat haar vader analfabeet was. Ze kreeg geen schooladvies en werd in het systeem over het hoofd gezien. Toch zette ze door. "Ik heb keihard geblokt en alle opdrachten uit mijn hoofd geleerd. Maar zodra er nieuwe informatie kwam, was ik de oude alweer kwijt," aldus Geran.
Jaren later, als moeder, besloot Geran het anders te doen. "Mijn man en ik spraken af: we gaan onze kinderen voorlezen. Iedere dag." Tot groep 5 ging dat prima, maar daarna werd het te moeilijk. Ze ging terug naar school, volgde lessen op het ROC ter AA en leerde beter lezen, schrijven en rekenen. "Nu heb ik een leesniveau van groep 8. Maar ik blijf leren. Hardop lezen gaat beter en ik durf vragen te stellen."
Al jaren is Geran actief als taalambassadeur. Ze zet zich in om anderen te helpen en laaggeletterdheid bespreekbaar te maken. "Ik kon veel verbloemen, onthield dingen goed, en zo viel het lange tijd niet op. Maar nu weet ik: het is oké om hulp te vragen. En het is nooit te laat om te leren".
“Ik wilde me bewijzen – en daardoor bleef mijn laaggeletterdheid lang onopgemerkt."
Een leven na hersenvliesontsteking
Op kerstavond, toen ze pas 14 jaar oud was, voelde Maike zich niet goed. Lage rugpijn en beginnende koorts leken in eerste instantie op een gewone griep, maar al snel werd duidelijk dat er meer aan de hand was. “Toen ik wakker werd, merkte ik dat ik soms stukjes van gesprekken miste. Alsof mijn gehoor af en toe wegviel. En toen ik opstond, verloor ik meteen mijn evenwicht en viel ik. Mijn ouders wisten meteen dat er iets niet klopte en namen contact op met de huisarts,” vertelt Maike.
De dienstdoende huisarts stuurde haar naar huis met koortsonderdrukkers, maar haar ouders vermoedden iets ergers: een hersenvliesontsteking. Ze schakelden hun eigen huisarts in, die geen moment twijfelde en direct een ambulance belde. In het ziekenhuis werd hun vermoeden bevestigd: Maaike had een hersenvliesontsteking.
Een snel herstel, maar blijvende gevolgen
Hoewel haar herstel in het ziekenhuis snel verliep, bleef de schade aan haar gehoor onherstelbaar. Ze verloor volledig haar gehoor, en ook vermoeidheid speelde nog lange tijd een grote rol in haar leven. Dankzij een operatie aan een van haar oren kon ze met een gehoorapparaat ongeveer 70% van het geluid opvangen. “In het begin klonken stemmen heel vreemd, een beetje als Mickey Mouse,” herinnert ze zich.
Ondanks deze ingrijpende verandering liet Maike zich niet uit het veld slaan. Ze ging snel weer naar school, waar haar leraren begripvol waren en rekening hielden met haar situatie. Dit hielp haar om uiteindelijk haar Mavodiploma te behalen. “Ik heb me nooit als slachtoffer gevoeld. Mijn positieve instelling heeft me altijd geholpen om mijn leven op te pakken. Ik ging gewoon met vrienden op stap en liet me door niets tegenhouden.”
Uitdagingen in de moderne wereld
De coronaperiode bracht tijdelijk nieuwe obstakels met zich mee. Het dragen van mondkapjes maakte communicatie bijzonder moeilijk. “Ik heb echt beeld en geluid nodig om goed te kunnen communiceren, dus toen mensen hun mond bedekten, viel een groot deel van mijn communicatiemogelijkheden weg.”
Toch heeft de digitale wereld haar veel gebracht. Engelse programma's kijkt ze met ondertiteling, en de toenemende beschikbaarheid van ondertiteling op social media en in appgesprekken is een enorme verbetering voor haar. “Dat we steeds meer online ondertitelen, maakt mijn leven echt een stuk makkelijker,” zegt ze.
Poolse in Nederland
In 2007, op 19-jarige leeftijd, verliet Agnieszka haar geboorteland Polen om haar toekomst in Nederland op te bouwen. Het was een sprong in het diepe: zonder voorbereiding en zonder familie of vrienden in de buurt. Ze kwam terecht bij een uitzendbureau in de Randstad-regio en ging aan de slag in de kassen. Via het uitzendbureau kreeg ze een verblijfplaats en werden de eerste praktische zaken geregeld.
“Ik sprak alleen Duits,” vertelt ze, “en dat maakte de start best lastig. Nederlanders zijn vriendelijk en behulpzaam, maar zodra ze Duits hoorden, veranderde de toon soms.” Toch liet ze zich niet uit het veld slaan. Ze schreef zich in voor een Nederlandse taalcursus en deed haar uiterste best om de taal snel onder de knie te krijgen. Op haar werk werd ze enorm gesteund door collega’s die haar hielpen met woorden en uitleg. “Ze plakten overal stickers met de Nederlandse namen op. Zo kon ik steeds beter meedoen.” Dankzij haar inzet en taalvaardigheid kreeg ze binnen korte tijd de kans om door te groeien naar de functie van machine operator. “Daardoor werd mijn verblijf in Nederland niet alleen makkelijker, maar voelde ik me ook meer thuis.”
Na een korte terugkeer naar Polen merkte ze dat haar thuisgevoel daar was veranderd. “Ik kon er niet meer aarden. Nederland voelde inmiddels heel goed.” Samen met haar vriend keerde ze terug en vestigde zich in Brabant. Inmiddels werkt ze al meer dan 12 jaar bij Kruidvat en zijn ze meerdere keren verhuisd, maar hebben ze nu de plek gevonden die echt bij hen past.
“Ik ben enorm gegroeid sinds ik in Nederland woon,” zegt Agnieszka trots. “Ik wil graag laten zien dat het mogelijk is om in een nieuw land je leven op te bouwen, als je er zelf werk van maakt. Je kunt je aanpassen, leren, groeien en gelukkig zijn.”
Leven met een taalontwikkelingsstoornis (TOS)
Taalontwikkelingsstoornis (TOS) komt vaker voor dan autisme, maar toch is het veel minder bekend. Meike, ervaringsdeskundige, wil daar verandering in brengen.
Al op jonge leeftijd merkte de omgeving van Meike dat ze moeite had met communiceren. “Toen ik vijf was, werd verbale dyspraxie met taalproblemen gediagnoseerd. Ik had bijna geen contact met klasgenoten en kon de snelheid van de klas niet bijbenen. Ik was vaak stil.” Op het speciaal onderwijs kreeg ze meer ondersteuning: kleinere klassen, een klassenassistent, extra logopedie en later een ambulante begeleider.
TOS betekent voor Meike dat ze moeite heeft met taal en informatieverwerking. “Ik reageer trager en het kost me veel energie om duidelijk te maken wat ik bedoel.” Ondanks die uitdagingen wist ze uiteindelijk haar basisschool in het reguliere onderwijs af te maken, haalde ze haar vmbo-diploma en rondde ze de mbo-opleiding Helpende Zorg en Welzijn (niveau 2) af. Tijdens stages bleek het lastig om de theorie in praktijk te brengen: “Omschakelen kost me veel tijd en inspanning.”
Ook nu ze volwassen is, blijft TOS een factor in haar dagelijks leven. “In elke levensfase loop ik tegen nieuwe dingen aan. Gesprekken die niet soepel verlopen zorgen voor frustratie. En in mijn hoofd ben ik al bezig voordat een gesprek überhaupt begint.” Toch leert Meike steeds beter met haar beperkingen omgaan. “Maar ik heb nog steeds hulp nodig. En vooral: begrip.”
“TOS wordt vaak onderschat. En daardoor word ik overschat,” zegt Meike. Ze hoopt dat haar verhaal mensen bewust maakt van hoe onzichtbaar deze stoornis kan zijn. En hoe belangrijk het is om écht te luisteren naar wie moeite heeft met communiceren of zichzelf duidelijk maken.
Werken bij COA
In het COA in Helmond wonen ruim veertig jongeren tussen de 14 en 18 jaar. Ze komen uit verschillende landen en hebben vaak een moeilijke periode achter de rug. Bij aankomst in Nederland moeten ze snel wennen aan een nieuw ritme en een nieuwe taal.
“De jongeren die bij ons zitten zijn gemotiveerd en willen echt iets maken van hun leven,” vertelt Joshua, medewerker bij het COA. “Toch is er eerst tijd nodig om te landen en vertrouwen te krijgen. Veel jongeren komen binnen in een soort overlevingsstand”.
Het leren van de Nederlandse taal staat centraal. Onderwijs helpt hen niet alleen mee te doen op school, maar ook in de samenleving. Als het op school niet goed loopt, proberen medewerkers samen met scholen stress weg te nemen en passende begeleiding te bieden.
“De samenwerking met scholen kan soms beter, maar er is veel bereidheid om rekening te houden met de achtergrond van de jongeren”, vervolgt hij. Het stabiele team van COA Helmond biedt bovendien een vertrouwde basis.
Ondanks hun zware verleden zijn veel jongeren dankbaar voor de opvang en de kansen die ze hier krijgen. Ze zien onderwijs als de sleutel tot hun toekomst en grijpen die kans met beide handen aan.
Praten met spirits
Als kind was Marloes doodsbang voor geesten. Als klein meisje sliep ze vaak onder haar bureau, raakte compleet in paniek bij begraafplaatsen en werd vaak door geesten aangeraakt. “Ik had vaak het idee dat er iemand achter me stond en werd vaak vastgepakt maar als ik dan keek zag ik niks,” vertelt Marloes. “niemand in mijn omgeving wist hier mee om te gaan of had hier enige kennis in. Ik heb lang gedacht dat ik het me verbeelde of er iets " mis" was met mij, want andere hadden dit immers niet.”
Vijf jaar geleden kwam Marloes in contact met een medium, dat haar adviseerde een opleiding te volgen om haar spirituele krachten beter te begrijpen en verder ontwikkelen. “Daar leerde ik bewust contact maken met spirits. Ik heb afspraken met ze gemaakt. Ze raken me nu niet meer constant aan en komen alleen op momenten dat ik ze toelaat, zoals tijdens een reading.”Een reading met Marloes is altijd zonder poespas en zonder voorinformatie". Haar benadering is aards, intuïtief en niet te zweverig.
Spirits ervaart Marloes op verschillende manieren. “Ik zie beelden, ze praten tegen me, en ik voel hun aanwezigheid om me heen,” legt ze uit. “Niet altijd begrijp ik meteen wat ze bedoelen. Als ik tijdens een reading iets door krijg dat niet meteen herkend wordt, vraag ik de spirit om het anders uit te leggen. Meestal ontstaat er dan alsnog herkenning en heb ik het verkeerd geïnterpreteerd in eerste instantie. Het doel van een reading is altijd heling bij verdriet en rouw, bewijzen van een "leven" na de dood en dit allemaal altijd vanuit liefde.”
Moeder kind met jeugdreuma
Inge is moeder van een jong meisje dat leeft met jeugdreuma. De eerste signalen verschenen toen haar dochter pas vier jaar oud was. In het begin werden de klachten nog weggezet als zonneallergie of groeipijnen. Bij onderzoeken bij de huisarts waren er geen verhoogde ontstekingswaarden te vinden, waardoor er geen duidelijke diagnose kwam. Ondertussen zat haar dochter steeds vaker in de kinderwagen of bolderkar, omdat lopen gewoon te pijnlijk was.
“In het begin zei ik nog wel eens dat ze niet zo moest miepen, maar we wisten toen niet dat ze écht pijn had,” vertelt Inge. Pas op vakantie werd duidelijk dat er meer aan de hand was: haar vingers zwollen zo op dat ze op kleine varkenspootjes leken. In het kindcentrum waar ze terechtkwamen, stelde de reumatoloog vast dat haar dochter jeugdreuma had. Bij de eerste controle werden maar liefst 37 ontstekingen in haar jonge lijfje ontdekt.
De gevolgen zijn groot. De ontstekingen zorgen voor veel pijn en extreme vermoeidheid. “In vier maanden tijd zagen we haar veranderen van een vrolijk en speels meisje naar een ziek poppetje,” aldus Inge. Ook op school viel het op. Daarom besloten haar ouders samen met de school dat ze groep 2 opnieuw zou doen. Gelukkig heeft ze een juf die goed begrijpt dat meedoen niet altijd vanzelfsprekend is.
Ondanks de beperkingen gaat ze gewoon naar school en doet ze het goed, al kost dat veel energie. “Op een drukke dag is ze de volgende dag vaak helemaal op,” legt Inge uit. Toch is er ook iets heel moois: haar dochter leert steeds beter zelf haar grenzen aan te geven. “Dat ze dat op zo’n jonge leeftijd al kan, is ontzettend knap en waardevol. Het is niet alleen leerzaam voor haarzelf, maar ook voor iedereen om haar heen.”
Overlever van langdurig suïcidaal zijn
Op haar 19e kreeg de jonge vrouw voor het eerst een suïcidale episode. Gedurende de volgende twintig jaar blijven zulke momenten terugkomen, soms maandenlang iedere dag. Ondanks dat ze het ene na het andere diploma behaalt, succesvol carrière maakt en een liefhebbende man en kind aan haar zijde heeft, wil ze nog steeds dood. Vele hulpverleners proberen haar te helpen, maar geven haar allemaal op: dat ze dood wil, daar moet ze maar mee leren leven.
Uiteindelijk is ze zelf aan de slag gegaan met haar gevoelens. Inmiddels kan ze oprecht zeggen dat ze volledig is hersteld. Nu vertelt ze hoe het is om suïcidaal te zijn, want wie er midden in zit, kan het zelf niet uitleggen.
“De meeste mensen die chronisch suïcidaal zijn kunnen het niet navertellen.”
Niet aangeboren hersenletsel
Hij heeft een mooi bedrijf opgebouwd, veel algemene kennis en een goede babbel. Met een ijzeren wil heeft hij geleerd om zich te redden in de wereld vol prikkels die allemaal even hard binnen komen. Door continue alternatieven te ontwikkelen om te overleven komt NAH lang niet in beeld. Maar toen werden klachten heftiger op 45 jarige leeftijd. De diagnose Niet Aangeboren Hersenletsel (NAH) werd gesteld, en is ontstaan na twee hersenvliesontstekingen die hij had 2 weken na zijn geboorte.
Inmiddels zijn we 8 jaar later en zijn veel stappen gezet. Hij is gezegend met het leven zoals het nu is en staat daar positief in. Een verhaal waarbij wilskracht en doorzettingsvermogen naar voren komen.
“Als je niet door hebt waarom je doet zoals je doet, waarom zou je er dan rekening mee houden?”.